When ballet takes to the sea, even the sunset comes to take a sneak peek.

DSC_0002-1.jpg

Klassiek Ballet

Klassiek ballet is de moeder der aller dansen, omdat de techniek van alle dansstijlen er hun oorsprong in vinden. Het is daarom een degelijke basis voor iedereen die meer in het vak dans wil bereiken. Klassiek ballet is een dans die bestaat uit sierlijke bewegingen. Bij deze dans is het de bedoeling dat de danser er zo licht mogelijk uit ziet en als het ware lijkt te zweven. Tijdens de balletlessen wordt er begonnen met een opwarming en verschillende oefeningen aan de barre. Hierna volgen de oefeningen in het midden, los van de barre. In het midden doen we snelle (allégro) en langzame (adagio) combinaties van passen. Dan gaan we op de diagonaal bijvoorbeeld draaien en springen. De muziek tijdens deze les is altijd op klassieke muziek wat de elegantie, pracht en beleving van deze dansstijl ondersteunt. Tijdens de balletles zal geprobeerd worden om op een professionele manier alle balletpassen met de daarbij behorende techniek eigen te maken teneinde een zo goed mogelijke danser(es) te worden.

Spitzen

Spitzen is een specifieke techniek waarbij men op de punten (pointes) van de tenen danst. Spitzen zijn schoenen met harde neuzen, waardoor de danseres op haar tenen kan dansen. Het dansen op spitzen geeft nog meer het sierlijke, zachte en lichte gevoel van klassiek ballet. Goede voeten zijn een vereiste en spitzen is meestal pas toegestaan na een aantal jaren klassieke ballettraining, zodat er een bepaald niveau is bereikt

Geschiedenis van klassiek ballet

De dansvorm klassiek ballet is ontstaan in de Renaissance. Eigenlijk was het meer een voorloper van het klassieke ballet dat we nu kennen. De ontwikkeling van de dans hing in het begin nauw samen met de hofdans. Op de verschillende feesten van de adel, voornamelijk huwelijksfeesten, werden dansvoorstellingen gegeven die een levensverhaal of mythologische gebeurtenissen uitbeeldden. De Franse koning Lodewijk XIV, de Zonnekoning, was een groot liefhebber van ballet en stimuleerde de ontwikkeling van de dansstijl. Hij bracht met zijn feesten klassiek ballet steeds meer onder de aandacht. In 1661 stichtte Lodewijk XIV de eerste balletacademie ter wereld, de ‘Academie Royale de la Danse'. Vanaf dat moment werd klassiek ballet officieel erkend als een dansstijl en kon men op academisch niveau de basispassen van ballet leren. Op die school kregen de balletpassen een Franse naam, die werden bedacht door Pierre Beauchamps. Het gestrekt (tendu) optillen en weer neerzetten van een been werd battement (slag) genoemd, zo´n battement kan groot zijn (grand) of klein (petit). In de 1e jaren van de Academie de la Danse werden meisjes niet tot de school toegelaten. De vrouwenrollen werden door mannen gedanst. In 1681 kwam de 1e beroepsdanseres op het toneel. Het klassiek ballet dat we nu kennen is echter anders dan het ballet uit de tijd van Lodewijk de veertiende. Het klassieke ballet ontwikkelde zich in de 19e, begin 20e eeuw in Rusland verder. Dit was ook de tijd waarin de echte klassiekers zoals ‘De notenkraker' en ‘Het zwanenmeer' ontstonden.